• header nieuws

Hoge Raad stelt strikte eisen aan voortvarendheid
21-11-2024

In 2014 diende een belastingplichtige een inkeerverzoek in. De inspecteur heeft meerdere keren gevraagd om aanvullende informatie. Dit proces liep tot juni 2016. De vraag was of de inspecteur vervolgens met voldoende voortvarendheid heeft gehandeld bij het opleggen van navorderingsaanslagen over de jaren 2001 tot en met 2008.

Feiten

De belanghebbende deed op 4 juni 2014 een inkeerverzoek voor niet-aangegeven vermogen op Luxemburgse bankrekeningen, waaronder een rekening op naam van een buitenlandse rechtspersoon, die is opgericht in 2008. De belanghebbende was economisch gerechtigd tot deze rekening. In de periode van 2014 tot 2016 heeft de inspecteur meerdere onderzoeken uitgevoerd en heeft hij de belanghebbende verzocht om aanvullende informatie. De belanghebbende heeft de laatste relevante gegevens verstrekt op 16 juni 2016.
Op 12 september 2016 vond binnen de Belastingdienst overleg plaats, waarbij de behandelende ambtenaar overleg heeft gevoerd over de kwalificatie van het vermogen van de buitenlandse rechtspersoon. Uiteindelijk werden de navorderingsaanslagen voor de jaren 2001-2008 opgelegd tussen 23 december 2016 en 20 februari 2017. Deze navorderingsaanslagen zijn opgelegd met gebruikmaking van de verlengde navorderingstermijn, omdat het in het buitenland aangehouden vermogensbestanddelen betrof. Om de verlengde navorderingstermijn toe te mogen passen dient de inspecteur met de nodige voortvarendheid te werk te gaan. Aan die voorwaarde is niet voldaan als bij het voorbereiden en vaststellen van een navorderingsaanslag een onverklaarbare vertraging is opgetreden van meer dan zes maanden.

Oordelen van de rechtbank en het hof

De rechtbank en het hof oordeelden dat de inspecteur voldoende voortvarend te werk was gegaan. Zij achtten het acceptabel dat de inspecteur tijd nodig had voor intern overleg en voor zorgvuldige vaststelling van de aanslagen, mede gezien de complexiteit van de zaak en de betrokken rechtspersoon. Het hof overwoog dat het handelen van de inspecteur binnen de marges viel van wat noodzakelijk was om zorgvuldig te werk te gaan.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad kwam tot een ander oordeel. De Hoge Raad was van oordeel dat de inspecteur niet heeft voldaan aan de voortvarendheidseis, ook al was de vertraging beperkt tot enkele dagen.
Dit oordeel bevestigt de strikte interpretatie van de voortvarendheidseis: na ontvangst van de laatste relevante informatie op 16 juni 2016 was het noodzakelijk dat de inspecteur zo snel mogelijk handelde. Interne afstemming en verdere vragen mogen niet leiden tot onverklaarbare vertraging.
De Hoge Raad overwoog dat het interne overleg van september 2016 over de buitenlandse rechtspersoon niet relevant was voor de beoordeling van belastingjaren vóór de oprichting. Dit maakte de vertraging extra onverklaarbaar. De inspecteur had sneller moeten handelen. Het argument dat een kleine vertraging acceptabel zou zijn, is door de Hoge Raad verworpen. De Hoge Raad heeft de navorderingsaanslagen over de jaren 2001-2008 vernietigd vanwege schending van de voortvarendheidseis.

Advies

Controleer altijd of de inspecteur, wanneer hij gebruik maakt van de verlengde navorderingstermijn, bij het opleggen van navorderingsaanslagen met de vereiste voortvarendheid heeft gehandeld. Zelfs kleine vertragingen kunnen gevolgen hebben voor de geldigheid van de aanslagen.
Neem contact met ons op voor een beoordeling en deskundige begeleiding in fiscale procedures.


Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht

28-11-2024 – Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, … Lees verder...

Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting

28-11-2024 – In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks … Lees verder...

Indexering griffierechten per 1 januari 2025

28-11-2024 – Om een procedure voor de rechter te kunnen voeren, moeten griffierechten worden betaald. Per 1 januari 2025 worden de … Lees verder...

Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning

28-11-2024 – De Belastingdienst is van mening dat de eigenwoningregeling niet van toepassing is wanneer vóór de … Lees verder...

Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025

21-11-2024 – De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het jaar 2025 … Lees verder...

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030

21-11-2024 – De minister van SZW heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop de AOW-opbouw begint, voor het jaar 2030 vastgesteld. … Lees verder...

Wanneer kunnen fiscale partners de onderlinge verdeling van inkomsten bepalen of herzien bij navordering?

21-11-2024 – De Wet IB 2001 bepaalt dat fiscale partners de onderlinge verhouding van de verdeelbare posten gezamenlijk kunnen … Lees verder...

Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht

21-11-2024 – Wie een eigen woning heeft, dient inkomstenbelasting te betalen over het zogenaamde eigenwoningforfait. Dit forfait … Lees verder...

Belastingrente van 8% voor vennootschapsbelasting onverbindend

21-11-2024 – Belastingrente De Belastingdienst brengt belastingrente in rekening wanneer een (voorlopige) aanslag inkomstenbelasting … Lees verder...

Hoge Raad stelt strikte eisen aan voortvarendheid

21-11-2024 – In 2014 diende een belastingplichtige een inkeerverzoek in. De inspecteur heeft meerdere keren gevraagd om aanvullende … Lees verder...

Newsfeed Search


Contact

Emopad 70
5663 PB Geldrop
Postbus 58
5660 AB Geldrop
Tel. (040) 285 89 00
E-mail: info@jvandewinkel.nl
KvK: 17126238
BTW: NL.8088.61.670.B.01